aardbeving
een schoksgewijze verplaatsing van stukken aardkorst wanneer de opgebouwde spanning van wrijving zich ontlaadt
aardverschuiving
het door de zwaartekracht naar beneden glijden van een met water verzadigde verweringslaag. Een natte stenige ondergrond of een gladde kleilaag werkt meestal als een soort glijbaan
actor
de overheid, een instelling, een persoon die of een bedrijf dat betrokken is bij bijvoorbeeld het beperken van natuurlijke gevaren
afspoeling
Als het regen- of smeltwater over de oppervlakte van een helling stroomt, wanneer de aanvoer van water groter is dan de opnamecapaciteit van de bodem. Hierdoor kunnen gronddeeltjes naar beneden gespoeld worden.
alpien plooiingsgebergte
Gebergten als de Alpen, de Pyreneeën, de Apennijnen en de gebergten in de Balkan, Turkije en Noord-Afrika. Deze gebergten zijn relatief jong, te zien aan de scherpe toppen en de steile hellingen.
blizzard
een zeldzame, plotseling opkomende sneeuwstorm in Canada en het noorden van de VS die gepaard gaat met zeer arde wind, felle kou, zware sneeuwval, sneeuw jacht en mist
bosbrand
een natuurbrand in een bosgebied
breukgebergte
Gebergte dat ontstaat door de hernieuwde opheffing van een door erosie afgebroken oud plooiingsgebergte.
caldera
een grote komvormige krater die ontstaat als bij een explosieve eruptie de magma haard in een keer helemaal leegstroomt, en de bovenkant van de magmakamer inzakt.
convergente plaatgrens
plaatgrens (botsingszone) waar platen naar elkaar toe bewegen (convergeren)
divergente plaatgrens
plaatgrens waar platen uit elkaar bewegen, waardoor magma uitstroomt en nieuw gesteente vormt.
duurzaam landgebruik
er is evenwicht tussen de mogelijkheden van het landschap en de benutting door de mens
ecomische activiteiten
de productie van goederen en diensten
explosieve eruptie
Door subductie worden water en sedimenten van de zeebodem naar beneden gebracht, en daardoor neemt de druk in de magmahaard toe. Als de druk zo groot wordt dat de bedekkende gesteentelagen daar niet meer tegen bestand zijn, breekt het magma met flinke kracht door de aardkorst.
geomorfologie
De vormen (bijvoorbeeld hellingen) van het landschap in een gebied.
geulerosie
stromend water op flauwe hellingen die geulen vormen waardoor de verweringslaag wegspoelt
(grond)waterproblematiek
het probleem van de beschikbaarheid van voldoende water door een te groot watergebruik in een gebied voor bijvoorbeeld landbouw of toerisme
horst
de delen van de aardkorst in een breukgebergte die niet zakken
hurricane (orkaan)
storm met orkaankracht waabij windsnelheden voorkomen van meer dan 118km/uur. Ontstaat boven zeewater in tropische gebieden tussen 10-30 graden N.B. en Z.B. als de temperatuur van het zeewater boven 26 graden komt
intensiteit van de neerslag
Hoeveel neerslag er in een gebied per tijdseenheid (bijvoorbeeld per uur) valt.
irrigatielandbouw
landbouw met gebruik van irrigatiewater dat via een netwerk van waterlopen en irrigatiegoten wordt aangevoerd of opgepompt.
kwetsbaarheid van de samenleving (bij natuurlijk gevaar)
de mate waarin sprake zal zijn van economische schade of slachtoffers bij het optreden van een natuurlijk gevaar. De bevolkingsspreiding, de bevolkingsdichtheid, de waarde van economische activiteiten en de risicoperceptie spelen hierbij een belangrijke rol.
landdegradatie
aantasting van natuurlijke hulpbronnen in een landschap, die het vermogen van bodem en grond verminderen om gezond voedsel, gewassen, zoet water, brandhout te produceren.
lava
vloeibaar gesteentemateriaal dat bij een eruptie uitstroomt
mediterraan klimaat / Middellandse Zeeklimaat
gematigd klimaat met warme, droge zomers en zachte, natte winters
mediterrane landbouw
landbouw in de mediterrane subtropische landschapszone waarbij vooral gebruikgemaakt wordt van landbouwgewassen die veel zon nodig hebben en die goed tegen droogte kunnen.
mediterrane vegetatie
groenblijvende bomen en struiken die bestand zijn tegen de hitte en droogte in de zomer. Sommige hebben een uitgebreid wortelstelsel om al het vocht in de grond te kunnen benutten. Andere hebben kleine, leerachtige bladeren om verdamping tegen te gaan.
mid-oceanische rug
plaats waar platen uit elkaar schuiven bij een divergente breuk. bestaat in de oceanen grotendeels uit een onderzees langgerekt gebergte
natuurlijke gevaren (ruimtelijke spreiding, intensiteit, reikwijdte, frequentie)
alle bedreigingen voor het menselijk bestaan en de samenleving die voortvloeien uit de werking en opbouw van het natuurlijk milieu. Bepalend voor het omvang van het gevaar zijn de ruimtelijke spreiding (voorkomen in de ruimte), de intensiteit (kracht of hevigheid), de reikwijdte (omvang verspreidingsgebied) en de frequentie (voorkomen per tijdseenheid).
natuurramp
ramp door een natuurlijke oorzaak waarbij sprake is van grote economische schade en/of veel slachtoffers.
risicomanagement
het nemen van maatregelen die schade en slachtoffers door een natuurlijk gevaar voorkomen of beperken
risicoperceptie
de subjectieve inschatting van de samenleving, een groep mensen of een individu van mogelijk gevaar
Schaal van Richter
schaal die de sterkte (magnitude) van aardbevingen aangeeft door de omvang van de trillingen te meten met een seismometer of seismograaf. Gaat uit van de hoeveelheid energie die bij een aardbeving vrijkomt. Wordt weergegeven op een logaritmische schaal van 0 tot 9.
schildvulkaan
lage vulkaan met flauwe hellingen bij een divergente plaatgrens
slenk
een langgerekt gebied dat in een breukgebergte langs breuken omlaag is gezakt
sneeuwstorm
een regelmatig plotseling opkomende winterstorm in Canada en het noorden van de VS die gepaard gaat met lage temperaturen en neerslag in de vorm van ijzel, sneeuw en regen.
stratovulkaan
kegelvormige vulkaan die bestaat uit een gelaagde opbouw van afwisselend as- en lavalagen.
subductie
het naar beneden bewegen van zware oceanische korst onder lichtere continentale korst. Komt voor bij het naar elkaar toe bewegen (convergeren) van platen.
subtropische landschapszone
landschapszone tussen de tropen en de gematigde breedten, met globaal hetzelfde klimaat, dezelfde natuurlijke plantengroei, bodem en beschikbaarheid van water
tornado
extreem sterk opstijgende wervelwinden rondom een kern van lage druk. Zorgt in een smalle zone (enkele tientallen meters tot maximaal een kilometer) voor grote vernielingen aan het aardoppervlak.
transforme plaatgrens
plaatgrens waar aardplaten langs elkaar schuiven met horten en stoten. De platen haken aan elkaar en er bouwt zich een enorme spanning op. Als een plaat dan verschuift, volgt een zware aardbeving.
variabiliteit van de neerslag
de mate van onregelmatigheid van de neerslag die in een gebied valt. bij een hoge variabiliteit valt de neerslag in een gebied zeer onregelmatig in de tijd en ruimte
verdroging
Als er steeds minder (grond)water beschikbaar is, kunnen planten niet meer groeien.
versnelde bodemerosie
versterking van de natuurlijke bodemerosie door menselijk ingrijpen
verwoestijning
een ernstige vorm van landdegradatie waarbij een gebied door natuurlijke of menselijke oorzaken steeds minder plantenmassa kan produceren en steeds meer woestijnachtige kenmerken krijgt.
verzilting
een ernstige vorm van bodemdegradatie door de toename van de concentratie aan zouten in en op de bodem. Dit is vaak het gevolg van het verdampen van irrigatiewater. De in het irrigatiewater opgeloste zouten slaan bij verdamping neer.
waterbalans
het evenwicht tussen toevoer, opslag en afvoer van zoet water in een land of gebied