priusquam
voordat
quoniam
aangezien
quin
dat dat niet
quasi
alsof
aut
of
at
maar
vero
inderdaad maar
si
als
autem
maar echter
sed
maar
postquam
nadat
nec/naque
en niet ook niet
quod
omdat
dum
terwijl zolang als totdat
nisi
als niet tenzij
nam
want
enim
want
quamquam
hoewel
ut+ind
zoals toen wanneer
ut+conj
dat om te opdat zodat
et
en ook
igitur
dus
-que
en
ergo
dus
ubi
toen wanneer
cum+ind
toen wanneer
cum+conj
toen omdat hoewel
ac/atque
en
tamquam
zoals alsof als het ware
quia
omdat
ne
dat niet om niet te
quamvis
hoewel hoe ook
sive/seu
hetzij
velut
zoals
an
of
-ne
wordt niet vertaald
non
niet